Algemene voorzorgsmaatregelen voor het onderhoud van de watergenerator

1. Voorafgaand aan het onderhoud moet de grootte van de locatie voor de gedemonteerde onderdelen vooraf worden bepaald en moet er rekening worden gehouden met voldoende draagvermogen, met name de plaatsing van de rotor, het bovenframe en het onderframe bij revisie of uitgebreide revisie.
2. Alle onderdelen die op de terrazzovloer worden geplaatst, moeten worden opgevuld met een houten plaat, grasmat, rubbermat, plastic doek, enz. om botsingen en schade aan apparatuuronderdelen te voorkomen en verontreiniging van de grond te voorkomen.
3. Bij werkzaamheden aan de generator mogen geen irrelevante zaken worden meegenomen. De mee te nemen onderhoudsgereedschappen en -materialen moeten strikt worden geregistreerd. Ten eerste om verlies van gereedschap en materialen te voorkomen; ten tweede om te voorkomen dat irrelevante zaken op de apparatuur van de unit achterblijven.
4. Bij het demonteren van onderdelen moet eerst de pen worden uitgetrokken en vervolgens de bout worden verwijderd. Tijdens de installatie moet eerst de pen worden ingeslagen en vervolgens de bout worden vastgedraaid. Oefen bij het vastdraaien van de bouten gelijkmatige kracht uit en draai ze symmetrisch meerdere keren aan, zodat het bevestigde flensoppervlak niet scheeftrekt. Tegelijkertijd moeten de componenten tijdens het demonteren te allen tijde worden geïnspecteerd en moeten er gedetailleerde registraties worden gemaakt van afwijkingen en defecten aan de apparatuur, om de tijdige verwerking en voorbereiding van reserveonderdelen of herverwerking te vergemakkelijken.

00016
5. De te demonteren onderdelen moeten duidelijk gemarkeerd zijn, zodat ze bij de hermontage in hun oorspronkelijke positie kunnen worden teruggeplaatst. De verwijderde schroeven en bouten moeten in stoffen zakken of houten kisten worden bewaard en geregistreerd. De gedemonteerde flens van de spuitmond moet worden afgesloten of omwikkeld met doek om te voorkomen dat deze in de restanten valt.
6. Wanneer de apparatuur opnieuw wordt geïnstalleerd, moeten bramen, krassen, stof en roest op het combinatieoppervlak, de spieën en spiebanen, bouten en schroefgaten van alle te repareren onderdelen van de apparatuur grondig worden gerepareerd en gereinigd.
7. De verbindingsmoeren, sleutels en diverse windschermen op alle draaiende delen die met borgplaten kunnen worden vergrendeld, moeten met borgplaten worden vastgezet, vastgelast en de lasslakken moeten worden gereinigd.
8. Voer tijdens het onderhoud aan olie-, water- en gasleidingen alle noodzakelijke schakelwerkzaamheden uit om ervoor te zorgen dat een gedeelte van de pijpleiding dat in onderhoud is, op betrouwbare wijze wordt gescheiden van het operationele gedeelte, voer interne olie, water en gas af, neem maatregelen om te voorkomen dat alle relevante kleppen worden geopend of vergrendeld en hang waarschuwingsborden op vóór de installatie en het onderhoud.
9. Bij het maken van de pakking van pijpleidingflens en klepflens, met name voor de fijne diameter, moet de binnendiameter iets groter zijn dan de binnendiameter van de buis. Voor de parallelle verbinding van pakkingen met grote diameters kunnen zwaluwstaart- en wigvormige verbindingen worden gebruikt, die met lijm worden verlijmd. De positie van de verbinding moet afdichting bevorderen om lekkage te voorkomen.
10. Het is niet toegestaan ​​onderhoudswerkzaamheden uit te voeren aan de drukleiding. Bij een in werking zijnde leiding is het toegestaan ​​de kleppakking met druk of klem op de leiding aan te draaien om kleine lekkages in de lagedrukwater- en gasleiding te voorkomen. Andere onderhoudswerkzaamheden zijn eveneens niet toegestaan.
11. Het is verboden te lassen aan een met olie gevulde pijpleiding. Bij het lassen aan een gedemonteerde olieleiding moet de pijpleiding vooraf worden gewassen en moeten indien nodig brandpreventiemaatregelen worden genomen.
12. Bescherm het afgewerkte oppervlak van de schachtkraag en de spiegelplaat tegen vocht en roest. Veeg het niet zomaar af met zweterige handen. Breng voor langdurige opslag een laagje vet aan op het oppervlak en bedek het spiegelplaatoppervlak met calqueerpapier.
13. Gebruik speciaal gereedschap voor het laden en lossen van het kogellager. Controleer na het reinigen met benzine of de binnen- en buitenbussen en hielen vrij zijn van erosie en scheuren, of de rotatie soepel en niet los is, en of er geen trillingen in de hielspeling met de hand te voelen zijn. Tijdens de installatie moet de olie in het kogellager ongeveer de helft tot driekwart van de oliekamer zijn, en mag er niet te veel olie in de lager worden geplaatst.
14. Bij elektrisch lassen en gassnijden in de generator dienen brandbestrijdingsmaatregelen te worden genomen. Ontvlambare stoffen zoals benzine, alcohol en verf zijn ten strengste verboden. De afgeveegde katoenen draad en lappen dienen in de ijzeren kist met deksel te worden geplaatst en tijdig uit de machine te worden verwijderd.
15. Bij het lassen van het roterende deel van de generator moet de aarddraad worden aangesloten op het roterende deel. Bij het elektrisch lassen van de generatorstator moet de aarddraad worden aangesloten op het stationaire deel om te voorkomen dat er een grote stroom door de spiegelplaat loopt en het contactoppervlak tussen de spiegelplaat en het druklager verbrandt.
16. De draaiende generatorrotor wordt geacht onder spanning te staan, zelfs als deze niet bekrachtigd is. Het is verboden om aan de draaiende generatorrotor te werken of deze met de handen aan te raken.
17. Nadat de onderhoudswerkzaamheden zijn afgerond, dient u erop te letten dat de werkplek schoon blijft. Vooral het metaal, de lasslakken, de restanten van de laskop en andere in de generator gebeitelde onderdelen moeten tijdig worden schoongemaakt.






Plaatsingstijd: 28-10-2021

Laat uw bericht achter:

Stuur uw bericht naar ons:

Schrijf hier uw bericht en stuur het naar ons